Wedstrijdregel (kort) Zuidwal

Gebaseerd op: “THE RACING RULES OF SAILING”, uitgegeven door de ISAF.

DEFINITIES

Juiste koers: Een koers die de boot nodig heeft om zo spoedig mogelijk te finishen

Ruimte: De ruimte die een boot nodig heeft onder de heersende toestanden terwijl hij met goed zeemanschap manoeuvreert. Bij een merkteken houdt dit in ruimte voor een boot om naar het merkteken te zeilen, en daarna ruimte om zijn juiste koers bij het merkteken te zeilen dit wordt ook wel merktekenruimte genoemd Vrij achter en Vrij voor,

Overlap: Een boot is vrij achter een andere wanneer zijn romp achter een lijn dwarsscheeps getrokken door het achterste punt van de romp van de andere boot. De andere boot is dan vrij voor. Zij hebben een overlap als geen van beide vrij achter ligt.

Vrij blijven: Een boot blijft vrij van een ander als de andere zijn koers kan zeilen zonder de noodzaak van uitwijkendehandelingen.

REGELS:

Regel 2, Sportief en eerlijk zeilen: De regels spreken over voorrang krijgen en niet over voorrang nemen. Een inschattingsfout is dan ook heel snel gemaakt en iedereen maakt wel eens een foutje. Wees daarom altijd sportief en eerlijk. Maak je een fout, ga hier dan niet over discussiëren, maar herstel je fout zonder gezeur.

– Aanvaringen altijd proberen te vermijden, ook als je voorrang hebt.Voorkom ten allen tijde schade door aanvaringen. Je mag een andere boot niet in de problemen brengen en moet hem altijd de kans geven om vrij te blijven.

– Een andere boot aanroepen. Wanneer je een andere boot aanroept omdat je voorrang hebt, moet je dit duidelijk en tijdig doen.

Regel 10, Over verschillende boeg: Wanneer twee boten, die over verschillende boeg liggen elkaar tegenkomen, moet een boot met haar zeil over Stuurboord uitwijken voor een boot met zeil over bakboord.

Regel 11, Loef wijkt voor Lij: Wanneer twee boten over dezelfde boeg liggen moet de Loefwaartse boot (de boot die aan de loef kant van de andere boot vaart) vrij blijven van de Lijwaartse boot. Als de boot aan Lij gaat oploeven moet de Loefwaartse boot mee. Dus de boot die het hoogst aan de wind vaart (de lijwaartse boot) heeft voorrang.

Regel 12, Over dezelfde boeg, geen overlap: Wanneer twee boten over dezelfde boeg varen maar geen overlap hebben, dan moet de achterste boot vrij blijven van de voorste. Achterste boot moet uitwijken

Regel 13, Vrij blijven tijdens het Overstag gaan of Gijpen: Wanneer je Overstag gaat of Gijpt heb je geen voorrangsrechten, pas wanneer je weer duidelijk over een boeg ligt kun je weer voorrangsrechten krijgen.

Regel 14, Voorkom contact: Een boot moet aanraking met een andere boot vermijden als dit redelijkerwijs mogelijk is. hij mag echter niet op grond van deze regel gestraft worden tenzij er ernstige schade of letsel is ontstaan.

Regel 15, Verkrijgen van voorrang: Wanneer een boot voorrang verkrijgt moet hij aanvankelijk de andere boot ruimte geven om vrij te blijven, tenzij hij voorrang verkrijgt door de handelingen van de andere boot.

Regel 16, Veranderen van koers: Wanneer een boot met voorrang van koers verandert, moet hij de andere boot de ruimte geven om vrij te blijven.

Regel 18.2, Het ronden van boeien: Er wordt een denkbeeldige cirkel van 3 romplengten om de boei geprojecteerd. Wanneer je deze zone binnenvaart moet je de boten die tussen jouw boot en de boei liggen en overlap hebben ruimte geven om de boei goed te kunnen ronden. Boten die bij het betreden van de zone nog vrij achter liggen mogen zich niet meer tussen jouw boot en de boei binnendringen, ook niet als er binnen de zone alsnog overlap verkregen wordt. Deze boot ligt niet vrij achter en heeft daarom recht op ruimte om de boei te ronden Ditzelfde geldt voor obstructies. Boten die tussen jouw boot en de obstructie varen en overlap hebben moet je ruimte geven om de obstructie te ontwijken.

Regel 18.3, Overstag gaan vlakbij een boei: Ga niet overstag binnen de 3 bootlengtes van de bovenwindse boei indien je daarmee een andere boot dwingt om op te loeven tot in de wind om jou te ontwijken terwijl die op koers ligt om de boei te ronden, of als je de andere boot verhindert om de boei te ronden.

Regel 18.4, Gijpen bij een boei: Bij de voorrangsregel 18.2 hoort ook het recht om te gijpen van de binnenste boot, mits niet meer ruimte gebruikt wordt dan nodig is om deze gijp uit te voeren.

Regel 19.1 en regel 20, Ruimte bij een hindernis: Wanneer boten naar een hindernis varen heeft de boot die op de hindernis dreigt te stranden recht op ruimte om overstag te gaan of te gijpen. De boot die ruimte wil hebben moet de andere wel tijdig aanroepen. de aangeroepen boot reageren door zo spoedig mogelijk zelf overstag te gaan of door onmiddellijk te antwoorden ‘ jij overstag’ en dan de aanroepende boot ruimte te geven om overstag te kunnen gaan.

Regel 30, Een merkteken raken: Tijdens het wedstrijdzeilen mag een boot een merkteken dat het rak van de baan waarop hij zeilt begint of eindigt niet raken.

Regel 44, Een straf nemen: Na zo snel mogelijk na het incident ruim vrij te zijn gevaren van andere boten neemt een boot een eén-ronde straf waarbij eenmaal overstag wordt gegaan en eenmaal gegijpt.

 

Aanvullende regels Rijkswaterstaat:

Aanvullende eisen Rijkswaterstaat aan de evenementen melding:

  1. De organisator kijkt of in het gebied meerdere evenementen worden gehouden. Dit kan op van www.vanAnaarbeter.nl
  2. Een vergunning voor een evenement moet minimaal acht weken voor aanvang van het evenement digitaal aangevraagd worden.
  3. Er dient een wedstrijdreglement aanwezig te zijn waarin staat dat: – Elk deelnemend schip voorzien is van een sleeplijn en reddingmiddelen voor elke opvarende. – Het evenement niet plaats vindt in een (betonde) vaargeul. – Het kruisen van een betonde vaargeul alleen mag als de veiligheid van het overige scheepvaartverkeer niet in gevaar komt of wordt belemmerd. – Niet deelnemende schepen die het evenement willen passeren hiervoor alle gelegenheid krijgen.
  4. De organisator of wedstrijdleider meldt zich twee uur voor aanvang van het evenement bij de Centrale Meldpost IJsselmeergebied,0320-261111. Hierbij moeten de volgende gegevens worden doorgegeven: – Het aantal deelnemende schepen. – De start- en finishtijden. – Een mobiel telefoonnummer waarop de organisator/ wedstrijdleider gedu-rende het evenement en tot twee uur daarna telefonisch bereikbaar is.
  5. De organisator/wedstrijdleider kent de nautische omstandigheden en beperkingen in het wedstrijdgebied.
  6. Bij slecht zicht of weersomstandigheden die gevaar opleveren mag het evenement niet beginnen of dient het direct te worden beëindigd.
  7. De markeringsboeien, keerpunten en start- en finishlijn van het evenement: – Mogen niet de reguliere vaarweg-markering zijn met uitzondering van de sportboeien. – Dienen minstens 100 meter buiten de vaargeul te liggen. – Dienen zo kort mogelijk voor aanvang van het evenement te worden gelegd en direct na beëindiging te worden verwijderd. – Moeten een kleur hebben die afwijkt van de reguliere vaarwegmarkering.
  8. De wedstrijdleider, deelnemers en alle overige betrokken bij het evenement worden in geen enkel opzicht ontheven van hun algemene- en wettelijke aan-sprakelijkheid.
  9. Het Binnenvaartpolitiereglement blijft onverkort van kracht.